De sleur van de dagelijkse standup

Vrijwel elk software team probeert tegenwoordig “Agile” te zijn, en houdt dus een dagelijkse meeting waarin de teamleden verantwoording afleggen voor hun daden. De werkelijk Agile teams zullen zich hierin niet herkennen, maar in veel gevallen is het niet meer dan een rondje verantwoording afleggen dat iedereen ook de afgelopen dag weer heel druk bezig was.

Het verwondert mij dat slechts weinigen zich afvragen waarom deze afstemming zin heeft. Want tel alle uren van deze dagelijkse “korte” meetings maar eens bij elkaar op, voeg daaraan het verlies van productiviteit door de verstoring van waar je mee bezig was aan toe, en ontdek hoe het ineens een vrij grote kostenpost voor het project blijkt te zijn.

Het concept om als team regelmatig af te stemmen is natuurlijk een goed idee, maar dan moet het wel een afstemming met het team zijn, in plaats van verantwoording naar een min-of-meer hiërarchische leider. Bedenk dus of die dagelijkse meetings in jouw project wel waarde opleveren, en of er essentiële vragen in worden beantwoord, zoals:

  • Is er iemand die hulp kan gebruiken?
  • Wat kan er alvast worden getest?
  • Begrijp ik nog steeds waar door anderen aan wordt gewerkt?
  • Ben ik op de hoogte van de laatste beslissingen?
  • Is er iets waar ik een ander voor kan waarschuwen?
  • Heeft het zin om al aan een volgende taak te beginnen?
  • Wordt hetgeen wat ik onlangs heb gebouwd door iemand gebruikt?
  • Wat hebben we vandaag geleerd van (of over) gebruikers?

De bovenstaande voorbeelden zijn de reden voor het klassieke lijstje vragen, wat nog steeds een goede checklist blijkt te zijn als het mijn beurt is om te spreken:

  • Wat heb ik sinds de vorige afstemming bereikt?
  • Waar ga ik na deze afstemming aan werken?
  • Is er iets waar anderen mij mee kunnen helpen?

Als bonus zou een algemeen onderwerp nog kunnen zijn of we ons huidige doel nog aan het halen zijn. Maar wellicht is dat voor de meeste teams wat minder relevant, want we zijn samen maar met één ding tegelijk bezig. (toch?)